Alba Ensemble[NL]-Alba-Ensemble-baravmusic.pdf

Romantische Nachtmuziek

Aan het begin van de 19de eeuw werd in de muziekmetropolen Wenen en Parijs een groot aantal werken van “onderhoudende” kamermuziek geschreven voor het “mobiele instrumentarium”. De muziek minnende burgerij was verrukt op de gevoelige serenades en nachtmuziek die zowel in salons als ook op straat gespeeld en gezongen werden.

Reizende virtuozen zoals Giuliani, Cherubini, Diabelli en Molino ontmoetten componisten als Beethoven, Haydn, Hummel en Spohr. De uitwisseling onder hen moet uitermate inspirerend en stimulerend geweest zijn geweest zonder het huidig zo benauwende onderscheid tussen elite- en amusementsmuziek.

“De wereld moet geromantiseerd worden” (Novalis) betekent, dat de kunstenaar voor zichzelf en publiek een persoonlijke fantasiewereld schept. Liefdesgezangen onder het raam van een geliefde begeleid door een klein groepje musici hoorde eveneens tot de nachtelijke amusementsmuziek als de talrijke duo’s en trio’s met strijk,- blaas en tokkelinstrumenten die op zijn tijd zeer virtuoos konden zijn. De Romantiek was gefascineerd door de duisternis dat verklaart dat avond- en nachtmuziek (serenades en nocturnes) typische vormen van expressie waren uit die tijd.

De gitaar had zich aan het einde van de 18e eeuw aanzienlijk verder ontwikkeld en was verrijkt met een toegevoegde zesde snaar. Dit zessnarig prototypeis tot nu toe het gangbare instrument. Door virtuozen als Giuliani kreeg het een tot dan toe ongekende populariteit met zelfs een licht concurrerende werking met de piano.

De fluit was aan het begin van de 19e eeuw nog een konisch instrument met 6 tot 11 kleppen. In deze verschijningsvorm werd zij, ook na de uitvinding van de cylindrische Böhmfluit in 1835, tot ver in de 20e eeuw nog bespeeld.

De Italiaanse musicus Mauro Giuliani leerde zowel gitaar als cello en fluit spelen. In 1806 vestigde hij zich als gitaarvirtuoos en componist in Wenen. Bij de premiere van de zeven de symphonie van Beethoven werkte hij mee als cellist.

Anton Diabelli kwam al in 1803 als gitarist en pianist naar Wenen waar hij les nam bij Joseph Haydn. Giuliani en Diabelli raakten snel met elkaar bevriend en musiceerden dikwijls met elkaar. Diabelli’s „Lieder der Liebe und der Zärtlichkeit“ op.98 zijn prachtige voorbeelden wat betreft serenademuziek. Beethoven was eveneens met beiden bevriend. Hij hielp Diabelli die hij gekscherend altijd „Diabolus“ noemde, met de door hem gecomponeerde Diabelli-variaties aan een grotere bekendheid.

<<->>

Alba Ensemble

[:]