Liederen en solo werken voor gitaar van Mauro Giuliani,
Ludwig van Beethoven, Fernando Sor en Manuel del Popolo García, Fanny Hensel Mendelssohn, Louis Spohr, Hector Berlioz,Francisco Tárrega
“Vincencito”, de kleine Vincent , is de naam van het instrument waarmee we een reis terug naar de oorsprong van de romantiek maken. Het instrument is een gitaar, een romantische gitaar.
Het is daar, aan het einde van de 18e eeuw, te midden in de ontwikkeling van de Romantiek als stroming dat de romantische gitaar het licht zag. In muziekmetropolen als Wenen en Parijs waar een grote uitwisseling van rondreizende componerende virtuozen gaande was kreeg de kleine gitaar van deze muziekgoden een zesde snaar, om zo hun diepere gevoelens van de aankomende en overweldigende “Sturm und Drang” te verkondigen. De geboorte van Vincencitowas een feit.
Deze vernieuwing schiep ongekende mogelijkheden voor expressie en spel. Gitaarvirtuozen als Giuliani en Sor lieten zich sterk door de Bel canto beïnvloeden en componeerden de mooiste solo werken en liederen.
Manuel García, Rossini’s favoriete tenor uit die tijd, componeerde juist weer lyrische capricci voor de stem waarbij hij zichzelf begeleidde op romantische gitaar. Zo komen deze beide werelden samen, vol met uitbundige lyriek en meeslepende melodieen, in dit programma dat een eerbetoon is aan de romantische gitaar.